top of page

We zijn de file, zijn we ook de oplossing?

De Morgen

 

Zolang de banken ons blijven verleiden met fiscaal aantrekkelijke bedrijfswagens, waarmee we vervolgens massaal de autosnelwegen laten dichtslibben, zullen we even massaal stapvoets op het werk blijven aankomen, zegt Kris Peeters.

 

Wie? Mobiliteitsexpert.

 

Wat? Abnormale toestanden zullen steeds normaler worden op de weg. Om dat probleem op te lossen, is een combinatie van maatregelen nodig: systematische snelheidshandhaving, de fiscale gunsten voor bedrijfswagens afschaffen, simpelweg minder de auto gebruiken ook.

 

U weet het natuurlijk al. Maar voor het geval u het niet wist: ik heb enkele jaren geleden een boek gepubliceerd dat De file voorbij heette.

 

Die titel was niet mijn keuze, wel die van de uitgever. Allicht daardoor is het zo’n slimme titel. Want tot op vandaag misleidt hij hele horden journalisten. De centrale stelling van mijn boek was dat de mobiliteitsproblemen reduceren tot een probleem van files de werkelijkheid geen recht doet. Al was het maar omdat we dan tot oplossingen komen die al die andere problemen alleen maar verergeren: de milieuverontreiniging, de vermindering van onze gezonde levensjaren, het ruimtebeslag, de parkeerdruk, de versnippering, de mobiliteitsarmoede, de verkeersonveiligheid, de roofbouw op schaarse grondstoffen, de verspilling van energie, de verandering van het klimaat – en ik vergeet er nog een paar.

 

Dat staat dus ook in de titel van mijn boek: de file voorbij. Maar omdat slechts een handvol journalisten de moeite heeft genomen (of de tijd heeft gekregen) om mijn boek te lezen, denkt men dus dat het boek vooral over de fileproblematiek gaat.

 

Telkens als de actualiteit ertoe noopt (en dat is steeds vaker, heb ik de indruk) is het dus zover: dan bellen ze. Hoe dat nu zit met die files? Of het nog erger gaat worden? En hoe we ze kunnen oplossen? In tien lijnen alstublieft.

 

Fijn voor mijn ego, dat ze bellen. Maar eerlijk gezegd word ik er ook een beetje kribbig van. Want ook al doe ik mijn best om er af en toe eens een originele twist aan te geven, op de duur hoor ik mezelf altijd hetzelfde zeggen.

 

Dat is ongeveer het volgende:

 

1 Fileleed. Laat ons nu eens ophouden met de ontwaarding van het woord ‘leed’ en het dus niet langer hebben over ‘fileleed’. File-ongemak, ja, dat bestaat. Maar fileleed? Toch niet voor mensen die in een lederen fauteuil zitten (al dan niet verwarmd, al dan niet met rugmassage), met hun favoriete muziek uit het stereosurroundsystem schallend en een handsfree gsm waardoor heel de wereld binnen – euh – handbereik is. Als er al zoiets bestaat als fileleed, dan aan het begin van de file: het ongeval dat doden of zwaar gewonden eiste. Daar zijn geen kostbare minuten maar onbetaalbare mensenlevens verloren.

 

2 Files zijn geen extern probleem. Wie het probleem ondervindt, is zelf deel van het probleem en niet van de oplossing. We staan niet in de file. We zijn de file.

 

3 De files oplossen is dus niet alleen een verantwoordelijkheid van de overheid, maar van ons allemaal.

 

1, 2 en 3 worden door journalisten zelden genoteerd. Daarvoor zijn ze zelf net iets te veel de file.

 

4 Het fileprobleem wordt momenteel altijd geformuleerd in termen van een tekort aan wegcapaciteit. Dat is fout, en wel om twee redenen. Eén: we zouden het capaciteitsprobleem ook kunnen formuleren in termen van mensen. Dan wordt plots zichtbaar dat er nog een capaciteitsoverschot is van meer dan 75 procent. Omdat er in de spits gemiddeld maar 1,1 mensen in een auto zitten, zijn er telkens drie of vier plaatsen vrij. We vervoeren dus vooral lucht. Kijken we naar vrachtverkeer, dan zien we dat 25 tot 30 procent van de trucks leeg is of bijna leeg. Dat brengt ons naadloos bij de tweede reden: het fileprobleem kan ook geformuleerd worden als een organisatorisch probleem. Om het bij de lege vrachtwagens te houden: als we kunnen garanderen dat elke vrachtwagen ook een retourvracht heeft, dan sparen we al heel wat verkeer uit. Zoals ik het vorige week verwoordde aan een journalist van een andere krant: we morsen vandaag ongelooflijk met onze mobiliteit.

 

5 Wordt het in de toekomst nog erger? Ja! Toch als we verder doen zoals we bezig zijn. Het autosysteem beukt tegen zijn grenzen aan (en niet alleen op het vlak van capaciteit). Dat maakt dat het steeds gevoeliger wordt voor ‘kleine’ incidenten: een ongeval, een fikse regenbui (wat sowieso almaar vaker zal gebeuren), een ladingverlies, wegenwerken,... Het vlindereffect, weet u wel. Kleine oorzaken, grote gevolgen. Een andere journalist vatte het vorige week aan de telefoon goed samen: abnormale toestanden zullen dus almaar normaler worden op de weg.

 

6 Wat we eraan kunnen doen? Hier hoor ik de journalist altijd hopen op een vette kop voor de frontpagina, ja misschien zelfs op een extra editie van de krant: ‘DE OPLOSSING’. Maar ik stel hem/haar altijd teleur. Het is niet één ding wat we kunnen doen. Het zijn heel veel dingen. Sommige kunnen we zelf doen. Andere kunnen alleen overheden doen, of bedrijven, of... En sommige van die dingen hebben onmiddellijk effect. Andere zullen dan weer pas effect hebben op langere termijn.

 

Populaire maatregelen om te noemen zijn: rekeningrijden (onschadelijk, want wordt toch altijd uitgesteld door de regeringen) en ruimtelijke ordening (lekker abstract). Slecht als ik ben, probeer ik een en ander dus altijd wat concreter te maken: schaf om te beginnen het gesubsidieerd rijden af (de fiscale gunstmaatregelen voor bedrijfswagens, waardoor het voor banken blijkbaar nog altijd interessanter is iemand een auto te geven dan wat meer geld in z’n loonzakje, DS 18 oktober) en kondig conform de eigen beleidsnota’s een moratorium op shoppingcentra af.

 

Minder populair om te zeggen: wandel meer, fiets meer, neem vaker het openbaar vervoer. (Gegarandeerd gaat het vervolgens over alle verplaatsingen waarvoor fiets of openbaar vervoer inderdaad geen oplossing zijn, maar dat was mijn punt dus niet: ik had het over al die verplaatsingen waarvoor ze wél een oplossing zijn.)

 

Ook niet populair om te zeggen: we zouden veel incident- én zelfs structurele files kunnen voorkomen met systematische snelheidshandhaving (in plaats van de haast toevallige acties van vandaag, waardoor controles nog altijd ‘groot nieuws’ zijn) en met proactieve snelheidsmaxima. De capaciteit van een weg is het grootst rond 80 kilometer per uur. Maar liever dan de file uit te stellen of zelfs te voorkomen door preventief langzamer te rijden, rijden we 120 kilometer per uur tot het netwerk verzadigd is en we stilstaan (=0 kilometer per uur). Waarna we het vertikken om te gaan blokrijden en vrolijk accordeonfiletje spelen. Fileleed? Kom nou, het is een spelletje!

 

7 En wegen aanleggen? In Nederland werkt dat toch? Ja, voorlopig werkt het in Nederland. Zoals voorspeld door de tegenstanders. Er komt capaciteit bij en dus loopt het wat vlotter. Een tijdje. Want na verloop van tijd wordt de latente vraag zichtbaar. Of in gewone mensentaal: het aanbod genereert de vraag, de vrijgekomen ruimte wordt ingevuld met nieuw verkeer. Mensen die vroeger met de trein reden, gaan toch weer met de auto rijden omdat de file weg is. Of ze maken een verplaatsing die ze anders niet zouden hebben gemaakt. Resultaat op termijn: een ‘dikkere’ en soms zelfs een langere file dan voor de aanleg van de bijkomende rijstroken.

 

Excuus. Dit waren meer dan tien lijnen. Dus laat ik de meest controversiële (‘files kunnen ook positief zijn’, ‘files zijn geproblematiseerde wachtrijen’) of moeilijke (‘files zijn inherent aan ons economisch systeem’) commentaren even achterwege. Maar er zit vast al wel één bruikbare quote tussen.

 

En indien niet: lees mijn volgende boek. Het verschijnt in 2014 en ik durf te hopen op files voor de boekenwinkels.

bottom of page