Gooi je autosleutels weg en koop een fiets - Tim Roggeman
Zal ik beginnen met de feiten? Ik werk binnen enkele weken 18 jaar. In die periode reed ik 13 jaar met de auto naar het werk: 10 jaar lang dagelijks 70km heen-en-weer, 3 jaar lang 2 keer per week een 200-tal km. Aan 220 werkdagen per jaar. Samengeteld een slordige 350.000km. “Valt best mee”, hoor ik je zeggen, “want ik leg heel wat meer kilometers af.” Dat wil ik best aannemen, want er zijn veel mensen die in die periode de dubbele afstand afleggen. Maar voor mij was de maat meer dan vol.
Ik heb genoeg gereden, ik ben de auto beu. Ik vind de zelf-te-besturen auto een echt onding. Het is een ontzettend gebruiksonvriendelijke machine, die zich lomp en plomp verder beweegt. Ze heeft maar één voordeel: je kan je per auto relatief snel verplaatsen van de ene naar de andere plaats. En dat in droge omstandigheden. Maar daarmee zijn zowat alle voordelen opgesomd. Het is namelijk ook een ontzettend asociaal vervoersmiddel, is pokkeduur, vervuilend én stresserend. En vooral die laatste twee nadelen storen mij intussen mateloos.
De vervuiling die autoverkeer veroorzaakt, is al uitgebreid besproken in de media. We blazen met z’n allen dagelijks massa’s CO2 de lucht in. We vervuilen zo niet alleen onze eigen longen maar ook onze directe leefomgeving en het milieu in het algemeen. De stressfactor van het autorijden wordt echter zelden belicht, en vind ik zwaar onderschat. Als chauffeur moet je constant op de hoede zijn voor alle andere auto’s, vrachtwagens, voetgangers, fietsers, trams en bussen die voor, achter en rond jou rijden. Vanuit je raampje moet je proberen alle hindernissen op een veilige manier te nemen zonder al te veel brokken te maken. Autorijden is een uiterst stresserende bezigheid die door slimme marketeers verkocht wordt als de ultieme ontspanning en beleving. Het is voor mij de hoofdreden geweest om het anders aan te pakken.
Echt eenvoudig was dat niet. Ik had de auto nodig om naar mijn werk in een afgelegen industriezone te rijden, en daardoor lag een oplossing niet meteen voor de hand. Er waren echter nog andere redenen om op zoek te gaan naar een nieuwe werkgever, en dat gaf mij meteen ook de kans om mijn woon-werk probleem aan te pakken. De afstand tot het werk werd een essentieel criterium in het sollicitatieproces: ik zou een nieuwe job zoeken op maximum 10 kilometer van ons huis. Zo zou ik voortaan met de fiets of te voet kunnen gaan werken, en kan de auto aan de kant gezet worden. Stresserend woon-werkverkeer zou plaats ruimen voor beweging.
Ik ben dan ook ontzettend blij dat het gelukt is: sinds enkele weken werk ik op minder dan een kilometer van onze woning. Het is zelfs té dichtbij om de verplaatsing naar het werk als sport te kunnen bestempelen – al hangt één en ander natuurlijk af van welke definitie van sport je hanteert. Maar het is zalig: op een vijftal minuutjes ben ik op het werk. Als het regent, ga ik te voet langs de huizen; als het droog is, fiets ik. Verplaatsingen voor het werk doe ik ook per fiets of met de trein. En dat is een plezier. Woon-werkverkeer is nu omgezet in pure ontspanning. Ik kom relaxed thuis en ben een plezier voor mijn huisgenoten, terwijl dat na een ritje op de autosnelweg vroeger toch regelmatig anders was. Zelfs het nagelbijten ben ik ineens verleerd!
Vandaar de titel van deze blogpost: zet je auto aan de kant, en koop een fiets. Doe iets aan je verplaatsingsgedrag: denk er over na en onderneem actie. Ga naar de winkel en gun jezelf een nieuwe fiets. Kies er een goeie uit, zodat het leuk is om er mee te rijden. Of neem de trein naar het werk en wandel van het station naar je kantoor. Loop daarbij een blokje rond en leer ondertussen de buurt beter kennen. Maar zet vooral je auto aan de kant. Zoveel mogelijk. Het doet deugd, dàt kan ik je garanderen