top of page

Als politici lucht verkopen, mogen ze er tenminste voor zorgen dat die schoon is

Guillaume Van der Stighelen - 4/4/14

 

Vijftien jaar geleden brak in ons land de dioxinecrisis uit. Het spul was terecht gekomen in de voedselketen. Miljoenen kippen werden preventief geslacht. Tienduizenden varkens. Duizenden landbouwbedrijven werden maandenlang geblokkeerd en de ministers van Volksgezondheid en Landbouw moesten ontslag nemen. Premier Dehaene werd niet herverkozen en de groenen maakten een sprong vooruit. Het volk was razend.

 

De hoeveelheid dioxine waar het in totaal om ging, bedroeg net geen honderd milligram. Dat is één tiende van een gram. Of minder dan een mespuntje voor het hele land.

 

Enkele weken geleden werd datzelfde land getrakteerd op uitzonderlijk vroeg lenteweer. Zon en warme lucht. Weer waar je als kind naar uitkijkt na een lange grijze winter. Maar kinderen hielden we die dagen beter binnen. Oma's en opa's ook. Want er was smogalarm. Zo meldde ons de overheid. Wat er precies in de lucht hing was niet duidelijk, maar het zal meer geweest zijn dan een snuifje dioxine.

 

Er is geen minister over gevallen. Er werd geen bedrijf voor stilgelegd. We vonden het allemaal de gewoonste zaak van de wereld. Beetje smogalarm. Ach wat. Een mens heeft belangrijker zaken om van wakker te liggen. Mag een politicus in carnavalskostuum een televisieshow komen opsmukken? Heeft een basketter al dan niet zijn lief een kopstoot verkocht? Wat bedoelde de Vlaamse zanger als hij 'zijn auto ging laten smeren' in Brussel? De Grote Vragen van het leven, zeg maar. Dat de overheid ons intussen op de eerste mooie dagen van het jaar aanraadde binnen te blijven, geen haan die er naar kraaide.

 

Zijn we eraan gewend geraakt? In vijftien jaar tijd? Ligt het aan de gemiddelde leeftijd van het kiespubliek? Zitten mensen van boven de vijftig meer in met de kwaliteit van hun kippenbil dan met die van de lucht die ze inademen? Is het daarom dat onze politieke leiders er geen drama van maken? Of is het iets anders?

 

Op lucht plakt geen etiket. Lucht wordt niet verpakt en op de markt gebracht door bedrijven. We ademen, als we rusten, een dikke zes liter lucht per minuut. Dat is, met wat bewegen erbij, meer dan duizend liter per etmaal. Stel u voor dat die duizend liter in flessen geleverd werden bij u thuis, op kantoor of op de werf. Dat er een merk op stond. Een logo. En het nummer van de klachtendienst. Iets waarmee Test Aankoop in de media kan komen. Nee. Lucht is gratis. Niemand lijkt er verantwoordelijk voor.

 

Longontsteking, als kind hoorde ik die term alleen in oorlogsverhalen. Vandaag is het weer heel gewoon. Slechte lucht inademen werd vorig jaar door de Wereldgezondheidsorganisatie erkend als 'kankerverwekkend'. Toch is het voor onze beleidsmensen geen punt. Want er is geen vetsmeltbedrijf dat je voor de rechter kan slepen. Er zijn geen luchtproducenten die je kan dwingen een jaar van hun productie te dumpen.

 

Het zijn verkiezingen binnenkort. Van politici zeggen we graag dat ze lucht verkopen. Het minste wat ze kunnen doen is zorgen dat die schoon is. Iemand?

bottom of page