Vauban inspireert
VVSG
Freiburg is een stad met bijna 220.000 inwoners en 30.000 studenten, een beetje te vergelijken met Gent. De voorbije kwarteeuw maakte het bestuur van duurzame ontwikkeling een krachtige beleidsprioriteit. Energie-, milieu- en klimaatbeleidsplannen volgden elkaar op. Ondertussen kwamen er allerlei kleine en grote realisaties tot stand. De Vlaamse gemeenten gingen al twee keer op werkbezoek naar Freiburg. Onze gids is Roland Veith, stedenbouwkundige bij de dienst stadsontwikkeling. Hij laat ons in enkele hoofdlijnen de Vauban-wijk zien, wellicht het belangrijkste project van de stad.
De VVSG-bus parkeert aan de buitenkant. Iets verderop staat de slogan: ‘Wij creëren de wereld zoals wij hem willen.’ De voormalige Franse militaire basis is nu een nieuwe stedelijke woonwijk met bijna 5300 inwoners. Een eerste opvallende indruk: heel veel gezinnen met jonge kinderen die vrijuit spelen. De bijna autovrije wijk is hun domein. Het lijkt wel een perfecte omgeving. De tram doorkruist het midden van de wijk en brengt de bewoners snel, op tien minuten, naar het stadscentrum. Voetgangers, fietsers en openbaar vervoer krijgen zichtbaar prioriteit. Groen is de dominante kleur. De wijk oogt stedelijk maar het landschap blijft heel open.
‘Wij zijn met de planning gestart in 1993. Een jaar eerder kocht Freiburg deze kazerne van de Duitse overheid. In 1997 zijn we effectief beginnen te bouwen. Het groene bewustzijn, dat in Freiburg heel sterk leefde als gevolg van de acties tegen een geplande kerncentrale, hebben we in deze wijk proberen te vertalen in duurzame stadsontwikkeling,’ zegt onze gids Roland Veith. ‘Met de verkoop van de gronden heeft het stadsbestuur de basisinfrastructuur van deze wijk kunnen financieren: de sanering van de bodem, de bouw van scholen en kinderopvang, de ontwikkeling van het openbaar vervoer. 70 procent van de bebouwing is particulier, 200 sociale woningen liggen verspreid over de hele wijk. Er staat een huis voor 600 studenten. In de particuliere bouw kwamen veel woningen tot stand als een onderdeel van een bouwblok: gezinnen verenigden zich in een bouwgroep die samen met een architect het bouwblok ontwierp. De woningen kregen een individuele invulling.’
Autoarme groene stadswijk
Vauban is een wijk zonder hoogbouw en met veel groene en open ruimte. We zien ook heel weinig auto’s. Roland Veith: ‘Hoewel het gaat om een stedelijke wijk is de maximale hoogte van de bebouwing slechts 13 meter. Er zijn ook geen afzonderlijke kelders, wel zien we per bouwblok een gemeenschappelijke ruimte, bijvoorbeeld voor fietsen of voor het bewaren van wijn.
De open en groene ruimte heeft te maken met de inrichting van het publieke domein. Elke woning is wel bereikbaar met de auto maar de parkeergarages liggen aan de buitenkant. Tussen de woonblokken kwamen veel groene plekken voor ontmoeting en spel tot stand. Het oude bomenbestand hebben we behouden.’
Buiten de centrale verkeersas waar de tram in een groene bedding loopt, zijn de straten niet erg breed. Ze laten veel plaats voor tussenliggende open ruimte. Wandel- en fietspaden leggen de band met de natuur en met het openbaar vervoer. Slechts 40 procent van een bouwperceel mag bebouwd worden aan een nuttige oppervlakte van maximaal 1,4. Op een perceel van 1000 m² is dat maximaal 400 m². De totale bruikbare oppervlakte van alle verdiepingen samen is dan 1400 m². De open ruimte van het bouwperceel voegt zich meestal zonder afsluitingen toe aan de publieke ruimte waardoor het groene karakter nog versterkt wordt.
‘Het autobezit in Vauban geeft de verandering mooi aan: slechts een op tien inwoners heeft een eigen auto, in heel Freiburg is dat een op vier. De gezinnen kiezen hier voor veel veilige speelruimte voor hun kinderen, een comfortabele maar energiezuinige woning en een snelle, gemakkelijke verbinding met tram of fiets naar het centrum van de stad,’ zegt Roland Veith.
Energievriendelijk bouwen
Een ander opvallend aspect is het veelvuldige gebruik van zonnepanelen. Ronald Veith: ‘Toch zijn die zonnepanelen niet het belangrijkste aspect in het energieverhaal van Vauban. Het gebruik van zonne-energie voor warm water of elektriciteit was zelfs geen verplichting maar wordt wel aangemoedigd. Een strenge energienorm stond wel voorop. Het maximale energieverbruik voor verwarming (21°C) was 65 kWh/m²/j. De norm in Duitsland was bij de start eind jaren negentig 100 kWh/m²/j. U ziet het grote verschil. Bij de constructie van elke woning is met deze norm rekening gehouden. Ook is elk plat dak een groendak en worden terrasconstructies los van de woning gebouwd om koudebruggen te vermijden.’
‘Je vindt hier ook veel passiefwoningen: in heel Freiburg gaat het om vierhonderd huizen. De woningen verbruiken slechts een vijfde aan energie van een normale woning. Een passiefhuis met vier inwoners heeft een jaarlijkse energiefactuur van nog geen 100 euro.’
‘Zoals u ziet kent de fotovoltaïsche zonne-energie in deze wijk een doorgedreven gebruik: bewoners maken er winst mee en het totale volume komt overeen met het energiegebruik van 250 gezinnen. Nog een belangrijk energieaspect is het stadsverwarmingsnet dat houtsnippers uit het Zwarte Woud verwerkt. De centrale komt tegemoet aan de behoefte van 700 gezinnen.’
Engagement van bestuur en bewoners
De Vaubanwijk is netjes. Vandalisme is nauwelijks te zien. De straat levert ook steeds eenzelfde beeld op: veel jonge gezinnen en geen ouderen of armen. Ronald Veith: ‘Milieubewuste burgers hebben zich zowel bij de totstandkoming als bij het beheer van de wijk sterk geëngageerd. De inrichting van de publieke ruimte kwam met veel overleg en veel aandacht voor specifieke groepen – bijvoorbeeld speelruimte voor kleine of grote kinderen – tot stand. Ook de bouwgroepen hebben goed meegepraat. Er is veel zorg voor onderhoud. Daardoor is er weinig vandalisme. Ook het aantal verhuizingen is beperkt: de afgelopen tien jaar zijn maar dertig woningen van bewoner gewisseld. Natuurlijk trek je een soort homogeniteit aan: gezinnen met kinderen die graag in de stad wonen, komen hier helemaal aan hun trekken.’