top of page

Tweederde van alle grote planteneters is bijna uitgeroeid en zo gaan wij dat voelen

De Morgen

 

Olifanten, neushoorns, gorilla's: van de 74 grootste planteneters op aarde is zowat 60 procent met uitsterven bedreigd, zo blijkt uit een recente analyse van internationale wetenschappers. En dat is niet alleen slecht nieuws voor die grote vriendelijke reuzen. "Dit komt ons ecologisch, sociaal en economisch duur te staan."

 

Een team van 16 onderzoekers van over heel de planeet zoomde in op de toestand van de 74 grootste plantenetende diersoorten, op basis van data van de International Union for the Conservation of Nature (IUCN). Liefst 44 van die grote herbivoren zijn vandaag met uitsterven bedreigd. De meeste van die bedreigde soorten leven in Afrika en Azië, met name omdat de meeste soorten bij ons en in de Verenigde Staten al lang verdwenen zijn. Bekende voorbeelden van bedreigde dieren zijn er genoeg: gaande van olifanten en nijlpaarden, over gorilla's en neushoorns tot tapirs en zebra's.

 

Vooral de jacht - of beter: de overbejaging - maakt grote planteneters extreem kwetsbaar, omdat ze zich vaak trager voortplanten. Door de aangroei van de menselijke bevolking, de grote vraag naar wildvlees, de beschikbaarheid van vuurwapens en de eenvoudigere toegang tot wildgebieden is de mens bezig aan een heuse kaalslag van sommige regio's. De wetenschappers spreken zelf van een 'perfecte storm' - omdat er jagers nauwelijks iets in de weg gelegd wordt - die catastrofale gevolgen heeft voor bepaalde dierenpopulaties. Zo is in Afrika tussen 1970 en 2005 tweederde (!) van de totale populatie aan grote zoogdieren verdwenen.

 

Grote planteneters ondervinden ook stevige concurrentie van de veeteelt in de ontwikkelingslanden. Daar verdrievoudigde de veeproductie tussen 1980 en 2002. Dat betekent: minder beschikbaar graasland voor wilde dieren en en een beperktere toegang tot water. De leefgebieden van grote herbivoren worden almaar ingeperkt door intensievere landbouw, ontbossing en de aanleg van wegen. En ook menselijke conflicten zorgen dat de dierenpopulaties stevig slinken.

 

 

 

Ook de mens voelt dat

"So what?", horen we u denken. "Dieren genoeg, toch?" Dat is wel heel kort door de bocht. Het verdwijnen van die grote herbivoren heeft een enorme impact op hun oorspronkelijke leefomgeving, zo argumenteren de onderzoekers. Bovendien kan hun rol niet overgenomen worden door kleinere planteneters.

 

Neem nu olifanten: door hun omvang vertrappelen en eten ze planten, die anders zouden doorgroeien en uitgroeien tot grote struiken en bomen. Daardoor ontstaat er een heuse diversiteit aan soorten - van hagedissen over impala's tot leeuwen - die in die gras- en kreupelhoutlanden kunnen gedijen. Tegelijkertijd verspreiden ze via hun uitwerpselen zaden van heel wat planten, waardoor ook specifieke plantensoorten kunnen overleven.

 

En ja, ook de mens krijgt het moeilijker als grote planteneters verdwijnen. Naar schatting een miljard mensen overleven dankzij wildvlees. In het huidige scenario is de beschikbaarheid van dat vlees tegen 2050 met 80 procent gedaald. Hoe dat zal worden opgevangen, is nog niet duidelijk.

 

Voor gebieden die nu leven van toerisme en safari's ziet het er ook niet al te best uit: als die iconische reuzen uit de dierenwereld verdwijnen, verdwijnt ook de reden om naar die regio's af te zakken. Minder toerisme betekent minder tewerkstelling en meer armoede.

 

"Handel nu"

Wat daar aan te doen is? De wetenschappers spreken zelf van een totaalaanpak, met als grote crux dat de mens minder moet teren op vlees. Minder jagen en stropen, natuurlijke habitats in ere houden en de klimaatverandering proberen aan te pakken, zijn maar enkele van de ambitieuze punten die we moeten zien te tackelen. De onderzoekers besluiten dan ook met gloedvol betoog om "nu te handelen".

 

"De schaal en omvang van de achteruitgang van grote herbivoren suggereert dat zij zonder radicale interventie verder zullen verdwijnen uit tal van regio's, en dat komt ons ecologisch, sociaal en economisch duur te staan. We zijn nu al voorbij het stadium van 'lege bossen' en zijn intussen beland bij 'lege landschappen' in ecosystemen van woestijnen, graslanden, savannes en bossen op het leeuwendeel van de planeet Aarde. Nu is het tijd om oversaagd te handelen. Want zonder radicale veranderingen in deze trends is het uitsterven van 's werelds grootste planteneters 10.000 tot 50.000 jaren geleden slechts uitstel gebleken voor deze laatste overblijvende reuzen."

bottom of page